Naast het World Triathlon Olympic Games Test Event op donderdag en vrijdag, staat er zaterdag in Parijs ook een World Triathlon Para Cup op het programma. Vijf Nederlandse paratriatleten zijn vertegenwoordigd in de Franse hoofdstad, waar voor het eerst in de geschiedenis ook prijzengeld te verdienen valt.
Hartje Parijs is zaterdag het strijdtoneel voor de World Triathlon Para Cup. Jetze Plat (foto) en Geert Schipper zijn favorieten voor de overwinning in de rolstoelklasse, Maurits Morsink en Nico van der Burgt zijn kanshebbers in respectievelijk de PTS2 en PTS3-klasse, en ook Sanne Koopman (PTS3) lijkt een zekerheid voor het podium in Parijs. Margret IJdema staat op de wachtlijst in de rolstoelcategorie bij de vrouwen.
De World Triathlon Para Cup in Parijs, ruim een jaar voor de Paralympische Spelen, is een belangrijke wedstrijd voor de paratriatleten. “Het is dé gelegenheid om het parkoers te verkennen en de sfeer te proeven. En het is bijzonder dat er voor het eerst prijzengeld te verdienen is in de paracategorieën. Dat is een hele mooie vooruitgang”, vertelt bondscoach Bas de Bruin.
Voor de kwalificatie voor de Paralympische Spelen is deze wedstrijd echter van minder van belang. De Bruin: “Atleten moeten begin juli 2024 in de top zes van op de paralympische kwalificatieranking staan. De drie beste resultaten tellen, dus is het belangrijk om in wedstrijden waar veel punten te verdienen zijn, zoals de World Triathlon Para Series en het WK eind september in Pontevedra, goed te scoren.”
Na het omzetten van de WTPS-race in Swansea naar een aquathlon en het EK in Madrid dat een duathlon werd – waardoor daar minder punten te verdienen waren – moest De Bruin en zijn atleten de wedstrijdplanning iets aanpassen. “Er is op dit moment nog niemand zeker van plaatsing en we moeten daardoor volgend jaar ook nog punten verzamelen. Hierdoor komt de aanloop naar Parijs 2024 er iets anders uit te zien dan we vooraf gepland hadden.”
Voor Jetze Plat, Geert Schipper, Maurits Morsink en Nico van der Burgt moet kwalificatie voor Parijs normaal gesproken geen probleem zijn. Voor Margret IJdema, in Tokio zevende in de PTWC-klasse, en Sanne Koopman, die zich moet zien te plaatsen in een lichtere handicapklasse, ligt er nog wel een uitdaging.
In Parijs 2024 maken de PTS2 (mannen en vrouwen) en de PTS3 (mannen) categorieën voor het eerst onderdeel uit van het paralympische programma. Het was voor Nico van der Burgt (foto), na het missen van Tokio, reden om nog tweeënhalf jaar door te gaan. “Om naar Tokio te gaan, moest ik me zien te kwalificeren in een lichtere handicapklasse en dat was voor mij een onmogelijke mogelijkheid”, vertelt Van der Burgt die vanaf zijn geboorte een chronische spierziekte heeft.
Na Tokio dacht hij er over om te stoppen. “Ik deed dat jaar nog mee aan het WK en had ook een topsportstatus, maar wist eigenlijk niet of ik nog verder wilde. Ik had me er bij neergelegd dat mijn categorie niet paralympisch was of zou worden, totdat dat tot mijn verrassing wel gebeurde. Toen was de keus om door te gaan niet zo moeilijk.”
Van der Burgt is momenteel de nummer 1 op de paralympische kwalificatieranking en is samen met Daniel Molina uit Spanje een vaste waarde op het podium in de PTS3-klasse. “We zijn aan elkaar gewaagd tijdens het zwemmen, ik ben iets sneller tijdens het fietsen en hij loopt weer wat harder. Als het fietsparkoers technisch of heuvelachtig is, kan ik genoeg afstand nemen en zo de wedstrijd winnen. Ik ben dan ook heel benieuwd naar het fietsparkoers zaterdag in Parijs.”