Henry Bonnes werd in februari 2022 aangesteld als de nieuwe technisch directeur bij de NTB. Zijn belangrijkste opdracht was het implementeren van een transparante en veilige structuur en cultuur voor topsport binnen de bond. Hoe staan de zaken er voor, bijna twee jaar na het uitkomen van het onafhankelijk onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag? Wat is er veranderd? “We zijn er nog niet, maar er zijn al wel belangrijke stappen gezet.”
Het was geen eenvoudige klus waar Henry Bonnes, in het verleden onder meer technisch directeur en directeur topsport bij Judo Bond Nederland, anderhalf jaar geleden aan begon bij de NTB. “Grensoverschrijdend gedrag, met alle sentimenten en emoties die daar bij horen, ligt natuurlijk altijd extreem gevoelig. Maar wat het extra ingewikkeld en complex maakt, is dat we te maken hebben met twee verschillende groepen binnen het NTC die de afgelopen periode verschillend hebben ervaren”, steekt Bonnes van wal.
“Aan de ene kant is er de groep atleten die door het grensoverschrijdend gedrag binnen het NTC persoonlijk beschadigd is, en daar terecht boos en verdrietig over is”, vervolgt hij. “Aan de andere kant zijn er ook atleten die aangeven daar niet mee te maken hebben gehad, die graag verder wilden met de coaches en staf en die hun ontwikkeling door alle veranderingen verstoord zagen worden.”
Zijn weg daarin vinden, was niet altijd makkelijk. “Iedereen heeft zijn eigen ervaringen, die dus heel erg kunnen verschillen, en bijbehorende emoties. De onderzoeken zijn bovendien anoniem uitgevoerd. Van sommige atleten weet ik wel hoe zij er persoonlijk in staan, maar van sommige ook niet. Het feit dat de inhoud van het rapport anoniem is, is ook de reden dat het bestuur publiekelijk haar excuses in de landelijke media heeft gemaakt en niet aan atleten persoonlijk.”
Integrale atletencommissie
Sinds het uitkomen van het rapport zijn er zichtbare veranderingen bij de bond doorgevoerd. Zo is er naast een nieuwe technisch directeur, ook een nieuwe algemeen directeur, in de persoon van Thorwald Veneberg, een compleet nieuw bestuur, en zijn er nieuwe namen in de begeleidingsstaf.
Op de achtergrond, en dus minder goed zichtbaar, zijn er meer ontwikkelingen. Zo is Roel de Krijger als integriteitmanager aangesteld, is er een proces in gang gezet om een meer integrale atletencommissie – olympisch, paralympisch en multisport – in positie te brengen, en heeft Bonnes wekelijks contact met Erik Doornbos, die in het bestuur de topsportportefeuille beheert. “Samen zijn we hard aan het werk om een verantwoorde sportomgeving – zowel voor breedte- als wedstrijdsport – binnen de organisatie zo breed mogelijk te verankeren.”
Externe experts
Ook binnen het Nationaal Training Centrum in Sittard, waar momenteel zes atleten intern verblijven, zijn de nodige veranderingen in gang gezet. “Atleten zijn niet verplicht om in Sittard te trainen”, geeft Bonnes aan. “Wat mij betreft zijn er meerdere wegen die naar het podium kunnen leiden en het maakt mij niet uit welke je kiest. Wie in Sittard traint, betaalt daarvoor een topsportbijdrage. Atleten die hun eigen route kiezen, kunnen zelf bepalen met welke trainer, coach of fysiotherapeut ze willen samenwerken. Het nadeel is wel dat je dan zelf zorg draagt voor de kosten.”
Aan de begeleidingsstaf is met Neiske Becks een vrouwelijke coach toegevoegd en daarnaast is er meer oog voor ontwikkeling van trainers en coaches, meer aandacht met betrekking tot eerlijke sport en wordt er onder leiding van Marit Gijsbers, expert topsportcultuur bij TeamNL, gewerkt aan het cultuurprogramma ‘Verantwoorde topsport’. “We maken nu structureel gebruik van externe experts. Deze experts, zoals een voedingsdeskundige en een psycholoog die ook werkzaam zijn binnen TeamNL, verhogen de kwaliteit van het programma en verminderen het risico dat atleten binnen de topsportprogramma’s tussen de wal het schip terechtkomen. Deze experts zien alle atleten en kunnen ook overleggen als zij het gevoel hebben dat iemand niet goed in z’n vel zit.”
Groepsdynamiek
Nieuw in het programma is de aanstelling van een lifestylecoach die de transitie van de individuele atleet naar het topsportprogramma begeleidt. “Het is vaak een grote verandering voor atleten om hier in Sittard te komen trainen. Ze verlaten op jonge leeftijd het ouderlijk huis, gaan zelfstandig wonen en combineren vaak een studie met een topsportbestaan. Hoe zorg je dat je je naast dat alles ook nog kunt ontspannen en hoe organiseer je dat? Een lifestylecoach houdt zich onder meer met dit soort vraagstukken bezig. Daarnaast hebben we ook een studie-intermediair beschikbaar. Deze intermediair helpt triatleten die ervoor kiezen om een studie te volgen, die opleiding zo goed mogelijk te combineren met de trainingen en wedstrijden.”
Ook zijn er regelmatig bijeenkomsten die zich focussen op de groepsdynamiek in Sittard. “Tijdens deze sessies, waar soms ook trainers en coaches bij aanschuiven, wordt bekeken hoe atleten zich voelen binnen de groep. Hoe gaan we met elkaar om? Wat vinden we acceptabel en wat niet. Natuurlijk kunnen er nog steeds situaties voorkomen die als onplezierig kunnen worden ervaren, dat gebeurt overal in de maatschappij, maar die worden zoveel mogelijk bespreekbaar gemaakt in de groep. Signalen vanuit de atleten worden altijd opgepakt met professionals zodat situaties niet escaleren.”
Objectief selectiebeleid
Een wens van de atleten was ook om het selectiebeleid voor internationale kampioenschappen meer transparant te maken. Naar aanleiding daarvan is besloten om de internationale ranking leidend te laten zijn voor deelname aan individuele EK’s en WK’s. “De atleten wilden graag een 100% objectief kwalificatiebeleid, maar in topsport is niet alles te objectiveren, dus dat is best een lastig vraagstuk”, vervolgt Bonnes. “Sommige atleten hebben meer mogelijkheden om punten te verzamelen voor de ranglijst dan andere. We gaan dit, in overleg met de atletencommissie, opnieuw bekijken of en hoe we dit op een andere manier kunnen aanpakken.”
Bonnes denkt ook alvast na over de toekomst van een nieuwe topsportstructuur bij de NTB. “Als je ziet dat de gemiddelde leeftijd van atleten op de Olympische Spelen in Tokio 29 jaar is, dan is er duidelijk behoefte aan faciliteiten voor atleten die in een andere levensfase zitten dan atleten die intern in Sittard trainen. Je kunt dan denken aan de ontwikkeling van een hybride trainingscentrum, waar oudere atleten zich onder professionele begeleiding verder kunnen ontwikkelen en jongere atleten van meer ervaren atleten kunnen leren. Al met al is er veel in beweging binnen het topsportprogramma en zijn er veel dingen veranderd. We zijn er nog niet, maar er zijn al wel belangrijke stappen gezet.”